Het ijs is weg, over is de schaatspret. Afgelopen woensdag lag er 's ochtends nog heel wat; 's avonds was het geheel verdwenen. Vogels hebben het moeilijk in zo'n vorstperiode. De eenden zoeken elkaar op in een wak. Omdat de Rozendaalse beek door de vijver loopt is er altijd wat open water en met elkaar in het wak houden ze het wel open. Alles zit daar door elkaar: eenden, waterhoentjes, meerkoeten, ze eten allemaal mee van wat de eendenvoerders brengen. De nijlganzen gingen er vandoor, die zijn donderdag jl. weer teruggekomen.
In de vijver zit heel wat vis. Door het heldere water zie je ze zwemmen. De viseters onder de vogels hebben het nog moeilijker als er een ijsvloer ligt. De ijsvogel hebben we al een tijdje niet meer gezien, de laatste werd midden december waargenomen (zie: http://waarneming.nl/waarneming/view/72521953 ) . Vandaag waren de aalscholvers weer terug van weggeweest! Het hele jaar komen ze vrijwel dagelijks hun maaltje bij elkaar vissen. In de jaren '70 waren er nog maar heel weinig in Nederland 1150 broedparen, maar sindsdien maakten ze een grote opmars. Nu zijn er ruim 20.000 broedparen (bron: SOVON.nl ) .
De vijver in het villapark weten ze goed te vinden en blijkbaar bevalt het hen. Ze trekken zich niets aan van de andere vogels en gaan onverstoorbaar aan het vissen. Ze blijven steeds 10 tot 15 seconden onder water en regelmatig komen ze boven met een vis in hun snavel, die snel naar binnen wordt gewerkt. Het schijnt dat ze zo'n pond vis per dag eten. Ze hebben een voorkeur voor de ondiepe delen aan de zuidkant, de vis kan daar niet goed wegvluchten. Soms zie je ze een aantal meters langs de muur een vis achtervolgen.
Na hun vissenjacht gaan ze opdrogen: in de wind of in de zon. Ze zetten hun vleugels wijduit en wapperen zich droog. Afgelopen zomer zaten er wel vijf in de Robinia langs de Overbeeklaan te drogen, maar meestal zitten ze op de grond. Hun vertrek is ook een vast ritueel: om hoogte te winnen moeten ze met hun volle buik eerst een rondje om de muziektent vliegen, daarna vertrekken ze naar hun kolonie.
